26/11/2024
“Als kritische redacteur zou ik je roman met een derde hebben ingekort.” Die opmerking viel me na verschijning van ‘Het oog van de kraanvogel’ ten deel. Zelden zo’n stom advies (achteraf) gehoord. Wanneer ik de roman, die een prima lengte heeft, zou hebben ingekort, zou hij geen vlees meer op de botten hebben gehad en zou de lezer niet hebben kunnen meeleven met mijn personages. Hooguit zou je kunnen zeggen dat ik langzaam op stoom raak. Maar dat past bij mijn proza. Ik moest hier weer aan denken nu ik aan mijn nieuwe boek schrijf. Het wordt niet zo dun als de door mij zozeer bewonderde Modiano-romans. Evenmin heeft het de wijdlopigheid van de eveneens door mij bewonderde romans van Pascal Mercier. Overigens reken ik in mijn laatste roman ‘Op alles wat ik ben’ op pagina 167 vriendelijk af met de betweter die mijn kraanvogel had willen kortwieken.